Geloofsbelijdenissen

Geloofsbelijdenis-ad-hoc (Ontstaansgeschiedenis: Ik riep ergens:, “Atheïst!”, maar dat zei ik niet betreffende mezelf maar voor degene die net tegen iemand geroepen had: “Wij hebben al een geloof!”)

Ik geloof dat er één God is en dat deze God bestaat uit de volgende 3 personen:

• God de vader
• Jezus Christus en
• de heilige Geest,

en dat deze God de ruimte, de materie en het leven geschapen heeft en dat in het begin alles goed was, maar dat een van de hoogste engelen zijn doel is gaan missen door niet te kunnen uitstaan dat God nog hoger qua rechtspositie is dat hij in dat deze engel daardoor verworden is tot wat wij de duivel noemen, en dat de 1^e 2 mensen hun doel zijn gaan missen door de duivel meer vertrouwen te schenken dan God, en dat de mensen daar door vijanden van God geworden zijn, en dat de hele aarde en alles wat daarop leeft daardoor doortrokken is geraakt van het een of andere structurele iets wat dood en verderf zaait en dat God in principe ieder mens met zich wil verzoenen maar met de volgende belemmering te maken heeft:

God wil heus wel iedereen redden, dat is niet het probleem. Maar God heeft een gelukszalige samenleving voor ogen. Dat is een samenleving die op liefde gebaseerd is, want een samenleving die op egoïsme, individualisme, anarchie of dictatuur gebaseerd is, blijft nooit lang een gelukszalige samenleving. Gedwongen liefde kan echter door niemand geschapen worden, zelfs niet door een almachtig opperwezen, net zoals een vierkante driehoek door niemand geschapen kan worden, zelfs niet door een almachtig opperwezen. Daarom heeft God zich aan het principe van vrije wil moeten binden. In Gods nieuwe koninkrijk zijn die mensen niet te gebruiken die opnieuw de boel zouden verzieken door opnieuw te zondigen. God zou fysiek wel in staat zijn om mensen tegen hun wil zodanig om te turnen dat zie niet meer zouden zondigen, maar dat druist in tegen het principe van de vrije wil. Ziedaar het logische gevolg dat alverlossing onmogelijk is.

Daaromtrent geloof ik dat God terecht vertoornd is over alle zonde maar iedereen wil redden die oprecht beseft dat hij tegenover God de dood verdiend heeft, en zich beroept op het plaatsvervangende zondeloze mensenleven en de plaatsvervangende straf van Jezus Christus.